Lohner scooters

Het is meer dan honderd jaar geleden dat Gottlieb Daimler zich samen met Jacob Lohner en Ferdinand Porsche over een door elektra aangedreven postbezorgvoertuig boog. Al in 1913 zag de driewieler het levenslicht.

Het Lohner bedrijf, gestart door vader Heinrich in 1823, was van origine een koetsbouwerij in Wenen. Door de jaren heen groeide dit uit tot een bekend carrosseriebedrijf.
In de vroege twintigste eeuw zag de Austro-Hongaarse Ludwig, zoon van Jacob Lohner, echter meer in de vliegtuigbouw. De Lohner flugzeug fabriek maakte eerst burgervliegtuigen, meest meerdekkers, en later tot aan het eind van de Eerste Wereldoorlog gevechtsvliegtuigen.

Na 1918 mocht er geen oorlogstuig meer gefabriceerd worden, en Lohner ging over op de productie van elektrische trams en, in samenwerking met Porsche, elektrische en de eerste hybride auto's. In de Nazitijd werd de fabriek weer ingezet voor allerhande fabricages.
Na WOII moest de fabriek weer omschakelen naar civiele producten, en toen verschenen de eerste scooters ten tonele. In 1948 werd het eerste prototype gepresenteerd en na een paar jaar ontwikkeling werd in 1950 de eerste "Roller" gebouwd, de L98 met een 98 cc motortje van Rotax-Sachs. In 1953 voegden zich daar de modellen L200 en L200S bij, die met JLO 198 cc blokken (JLO is eigenlijk ilo = Esperanto voor Gereedschap) uitgerust waren.
In 1954 verscheen de scooter die al in 2012 met een eigen zegel door de Oostenrijkse post werd vereerd, de L125. Dit weer met een Rotax-Sachs blok (nu van 123 cc) uitgeruste scootermodel is Lohners meest bekende en populairste model, en ook het best verkochte.

De L125 was vooral populair omdat dit model in de voorkant voor de knieën een bergvak bezat, bereikbaar vanaf de zitpositie, en omdat er zonder grote aanpassingen een soort van halve badkuip zijspan aan gehangen kon worden, wat de bruikbaarheid behoorlijk vergrootte.

Zoals in veel landen was in Oostenrijk rijden op een 49.9 cc motorrijwiel vrijgesteld van de rijbewijswet, maar tot 1957 was het verboden om passagiers te vervoeren.
Richard Lohner, zoon van Ludwig en chef van de firma, zag tot zijn ontzetting elke werkdag zijn personeel op Puchjes, HMW's en andere tweewielers huiswaarts keren waarbij "zijn meisjes" dan onwettig achterop de bagagedrager plaatsnamen. Ludwig gaf zijn ontwerpers toen opdracht om een licht motorrijwiel te ontwerpen, voorzien van een buddyseat. Dit werd de Sissy, vernoemd naar de toentertijd erg populaire filmreeks met Romy Schneider. In 1956 werd het nieuwe concept gepresenteerd en in 1957 kwam de Lohner Sissy op de Oostenrijkse markt.

De Sissy was een kaal concept waar allerlei accessoires op en aan gemonteerd konden worden.
Zo kon er af fabriek een bagagedrager gemonteerd worden, een Floorboard kit met beenbescherming, of een afneembare extra bagage "tank" tussen stuur en buddy (de echte benzinetank was onder de buddy geplaatst). En voor diegenen die dan nog niet voldoende bergruimte hadden was er een voorwielkofferbak van kunststof met een verlichtings-ombouw-unit. Een dergelijke bromfiets werd in Oostenrijk "Die dicke Dame" genoemd.


De bagage "tank"


Postzegel met de Dicke Dame

En toen het in 1957 toegestaan werd om een passagier mee te nemen (alleen moest er dan wel een mogelijkheid voor de passagier zijn om zich vast te houden, dat werd in Europa een riem of beugel tussen de zitplaatsen), werd de met buddy uitgevoerde Sissy een groot succes met in de periode 1957 tot 1959 een verkoop van meer dan 30.000 verkochte bromfietsen. De krachtbron was een 49.9 cc Rotax-Sachs blokje met 1.6 pk, maar de bandjes met een maat van 2.50 x 12" werden alleen door Semperit gemaakt. Toen deze daarmee stopte werd de breedte teruggebracht naar de wel leverbare 2.25", wat de rijeigenschappen niet ten goede kwam.
Helaas kwam het Rotax-concern toen in grote financiële problemen, en in 1959 redde Lohner de motorenfabrikant en fuseerden Lohner en Rotax. De naam Rotax werd gekozen om verder te gaan.
In 1960 verscheen er een verbeterde versie, de Sissy II en nog een jaar later een Sissy III. In 1963 verscheen de Sissy S (IV) ten tonele in twee uitvoeringen, één met 1.6 pk (rijbewijsvrij) en de 2.2 pk (rijbewijs- en kentekenplichtig).

Het ging echter niet goed met de fabriek tot het Canadese Bombardier de Rotax blokken in zijn sneeuwvoertuigen ging gebruiken. In 1970 kocht Bombardier de fabriek en eindigde voorlopig de geschiedenis van de naam Lohner.

Tot 2010! Een ver familielid van de Lohner's, Andreas, startte toen onder de naam en het logo van Lohner een bedrijfje dat elektrische tweewielers bouwt, scooters en E-bikes. Dit bedrijf werkt nauw samen met de nieuw te lanceren (eerste) hybride Piaggio MP3.

Dus, Lohner, wordt vervolgd.

 

Hans de Kloet

 


Persoonlijke postzegel met Lohner Sissy, nu zonder de grote bagagebak voorop

 

 

Naar boven   -   Terug naar vorige pagina   -   Home